|
Mist in Mexico
dinsdag 18 oktober 2005
Spass en Inspass
Het eerste bezoek van Mist aan is begonnen. Eerst even een tussenlandinkje maken op New York JFK. Geen pretje. Door nauwe gangen worden wij richting Inspass, de Amerikaanse douane geleid. Er heerst een grimmige sfeer. Iedereen is hier in potentie een terrorist en de POD-compressor met rode knop in mijn handbagage lijkt volgens de security verdacht veel op een kwaadaardig ontstekingsmechanisme. Als een groepje nerveus treuzelende mede-immigranten in de rij lichtjes de stem verheft, spant de in marineblauw uniform gestoken bullebak ziedend zijn blaaskaken: �Keep your voice down! You don�t talk to me like that�, buldert het door de hal. Het groepje arme zenuwlijders krimpt ineen. De stank van angst komt ons tegemoet. Ook wij gaan maar zo netjes mogelijk in de beleefde houding staan, want wij willen graag nog naar (de grapjes over Sexico slikken wij nog maar even in). Op een bordje lezen wij dat de Amerikaanse douane �the face of the nation� is. Altijd lachen met die Amerikanen.
Een paar vingerafdrukken en profielfoto�s later lachen wij ons een breuk met de androgyne steward in een 737 van Aerom�xico. Hij duwt het karretje met sterke drank olijk en in rap tempo voor zich uit en de tequila, wodka en whisky vloeit rijkelijk en gratis (bij Delta Airlines was een alcoholische versnapering ons nog op 5 euro komen te staan). Hij adviseert ons in onze bierkeuze (Modelo Especial, een licht biertje met een volle afdronk) en verschaft en passant nuttige toeristische informatie over , de metropool van ongeveer 22 miljoen inwoners. Het internationale vliegveld Benito Juarez is een stipje in een oceaan van lichtjes. Onze monden vallen open. Eenmaal op dat stipje geland, vragen douane-beambten uiterst vriendelijk of ik een singer-songwriter ben en waar ik dan ga optreden. Eventuele valstrikken omzeilend � wij hebben geen offici�le werkvergunning - antwoord ik dat wij door vrienden zijn uitgenodigd om op een festival in te spelen. Maar de glimmende Mexicaan kijkt ons louter bewonderend en zonder corrupte bijbedoelingen aan. Hij zegt dat hij zelf uit Jalisco komt en wenst ons oprecht veel succes. Geen vuiltje aan de lucht dus in de meest vervuilde stad waar Mist ooit heeft opgetreden. Nadat wij met onze instrumenten door onze Mexicaanse labelbaas in driedelig kostuum Paco en zijn hulpje Oscar zijn opgepikt (in een Audi Quattro met geblindeerde ramen en een gepantserde Chevy), begint het dolste avontuur dat Mist ooit op buitenlandse bodem beleefde.
Mist in Mexico
woensdag 19 oktober
Wel een beetje raar
Virreyes, het in het centrum van de stad gelegen hotel waar wij logeren, schijnt een heel hippe place-to-be te zijn, maar vanwege de verbouwing die er gaande is, is de term gruizig onderkomen beter op zijn plaats. Terwijl wij de aftandse ontbijtruimte betreden worden wij gepasseerd door een ketting van Mexicaanse dwergarbeiders met volle emmers cement op het hoofd en zakken puin op de schouder. De gezette hoteldirecteur staat er instemmend bij te knikken in driedelig grijs. De Mexicaanse schrijver Octavio Paz heeft ooit eens gezegd dat er maar twee soorten Mexicanen zijn: het soort dat zich laat gebruiken en het soort dat anderen gebruikt. Later in de week komen wij er achter dat Octavio daarmee niet ver bezijden de waarheid zat.
Onze labelbaas Paco is voorlopig in geen velden of wegen te bekennen. Hij moest nog wat zaakjes regelen. Een goed moment om de binnenstad eens te verkennen. Op het gigantische Z�calo (de Dam is er een plavuis bij) schieten wij voorspelbare toeristenfoto�s voor in het Mist-plakboek. Drummer Jaimy bezichtigt de kathedraal en de Templo Mayor (een stukje van de Azteken-stad waar Mexico-stad bovenop is gebouwd) verdient ook een bezoekje. Terug in het hotel check ik mijn mail. Onze Paco heeft terwijl wij in het vliegtuig zaten een nieuw overzicht gemaild van de begrote inkomsten en uitgaven van de tour. De backline die voor ons gehuurd zou worden blijkt nu peperduur te zijn en ook de prijzen van de P.A. voor ons hotel-optreden op donderdag zijn aan de pittige kant. Pikant is ook de lastig te doorgronden alinea in nogal juridisch Spaans over 15% BTW (Paco is advocaat in zijn vrije tijd). Een onrustig gevoel maakt zich van ons meester. Paco is sympathiek en ziet er zeer betrouwbaar uit, maar staat nu eenmaal bekend om zijn corruptie. Als dan �s avonds blijkt dat wij op het exotische dakterras van het Centro Cultural de Espa�a zonder monitors optreden en mijn Gibson Les Paul blijkt te zijn onthoofd door de ruwe behandeling van gefrustreerd vliegveldpersoneel, zakt de moed ons even in de Hollandse schoenen.
Optreden is dan de beste remedie. Ik leen daartoe een aardig abominabele Vantage-gitaar van ons voorprogramma Mexican Favorito (waarvan Paco de zanger is). Het drumstel is een zielig hoopje schroot. Maar tijdens Heart Surgery begint menig Mexicaan in het honderdkoppige publiek te gillen van enthousiasme. Het nummer blijkt hier veelvuldig op de radio gedraaid te worden. Bij Fade In Fade Out zingen er zelfs mensen met het refrein mee. Als ik mij even omdraai zie ik de mooi uitgelichte kathedraal, een stukje Aztekentempel en het extatische gezicht van Jaimy. Wel een beetje raar allemaal. Wat is er nu mooier dan thuis in Stadsdeel Westerpark een liedje te bedenken, het met je band te arrangeren en op cd te zetten en het vervolgens door volslagen onbekenden aan de andere kant van de aardbol meegezongen zien te worden?
Na afloop drinken wij veel goede tequila (geluidsman Joachim drinkt rum), waaronder een aantal hartverwarmende shots met zout en limoen. Er worden wat ranzige telefoonfoto�s genomen, wat krabbeltjes op cd�s gezet en daarna worden wij afgevoerd naar ons hotel in verbouwing.
Oscar is onze chauffeur. Oscar is een goedzak pur sang en behoort tot de categorie nederige Mexicanen die graag je orders opvolgen. Zorgen over vage percentages, de wraak van Montezuma en andere ongemakken verdwijnen even in een roes van drank en zuurstoftekort.
Mist in Mexico
donderdag 20 oktober
Homo Sensibilus
Met omgedraaide magen en bonkende koppen zitten wij een paar uurtjes later alweer in de donkerblauwe Chevy, die ons naar de buitenwijk Santa F� gaat vervoeren. Daar wacht ons een akoestisch radio-optreden en een interview bij Ibero FM 90.9, het �Kink FM van Mexico�. Bassist Bart en Jaimy worden elders in de metropool ge�nterviewd door het grootste internet-radiostation des lands. Oscar zigzagt als een dolleman door de eindeloze verkeersopstopping die synoniem is met op een doordeweekse dag. Elk gat in het asfalt levert een extra oprisping en vlaag van misselijkheid op. Anderhalf uur later spelen toetsenist/zanger/gitarist Arthur en ik een opvallend soepele, stemmige en doorleefde Mist-set, met onze cover The Sun Ain�t Gonna Shine Anymore als melancholieke afsluiter. Zingen op een maag vol tequiladampen blijkt uitstekend te werken. De breedsprakige Ibero FM-dj Uriel vindt ons na het beluisteren van het album Bye Bye het toonbeeld van de homo sensibilus.
Afijn, na een smakelijk en hoognodig middagmaal in de wijk Polanco (kip met chocoladesaus -mole poblano-, overheerlijke chiligoedjes op allerhande tacobedjes en een verkwikkend glaasje Mexicaans water: de cocosachtige drank horchata, bij voorkeur te drinken met een vleug rum), volgt er een goed gesprek met Paco. Hij belooft ons vanavond de exacte begrotingscijfers te laten zien, zodat hij ons vrijdagmiddag, ongeveer een uur voordat de banken sluiten, ons precieze gage uitbetalen. Maar eerst gaat hij even een uiltje knappen. Arthur, Bart en Joachim gaan op gitaarjacht in de calle Bolivar, een straat vol muziekinstrumentwinkels. Bij iedere winkel staat er een installatie te schetteren. De �en nog oorverdovender dan de ander, waarbij de volume- en treble-knop blijkbaar volledig naar rechts zijn gedraaid. Auw.
Even verderop, op de eindeloze trottoirs van L�zaro Cardenas, krioelt het van de snuisterijenverkopers. Hier is het elke dag Koninginnedag. Illegale cd�s worden er op grootschalige wijze aangeboden voor een paar peso�s. Wij ontdekken een vage verzamel-cd van Golden Earring met een door de zon verkleurd hoesje en ook DJ Ti�sto wordt hier onrechtmatig verhandeld.
De avond staat in het teken van ons eerste hotellobby-optreden ooit. Een aangename thuiswedstrijd. Onze slaapkamer is de kleedkamer en de fantasie�n van sommige bandleden gaan uit naar wilde groupies die in de kleedkamer komen.
Als wij - terug in de werkelijkheid - het openingsnummer In Love With Love inzetten, gebeurt er iets behoorlijk onvergetelijks. De pakweg honderd bezoekers wurmen zich naar voren als Mexicaanse bijen op de honing. Vol verwachting komen zij oog in oog te staan met Mist. Alle barri�res verdwijnen als sneeuw voor de zon. Dat speelt lekker natuurlijk en al snel slaat de vlam in de pan. De emotie van onze intieme liedjes priemt zich voelbaar regelrecht in de harten van deze gretige Mexicaanse muziekliefhebbers. Het is zinderend.
Sommigen dansen uitbundig en psychedelisch op onze ingetogen songs en bij We Should Have Been Stars staan er ongeveer 15 mensen luidkeels mee te zingen. Wat een kick! Ik voel mij net Robbie Williams en houd de microfoon tijdens het refrein in het publiek (jaaaaa, eindelijk!). In de loop van het hotel-optreden komen er steeds meer vleugels bij. De chemie is perfect. Tijdens Soon beleven wij ons Apocalypse Now-moment. Mijn geleende gitaar (vandaag een Yamaha) feedbackt ritmisch en vurig in de speakers van mijn geleende versterker, Arthur beukt uitzinnig lachend en genietend met zijn onderarmen op het toetsenbord en Jaimy en Bart lijken voor even regelrecht afkomstig uit de ruigste Who-coverband op aarde. Na afloop komt er een fr�le meisje dat Maya heet naar mij toe: �Bedankt voor wat je mij gegeven hebt deze avond. Jullie melodie�n hebben mij in mijn hart geraakt en ik zal het nooit meer vergeten.�, ontboezemt zij mij. Ik bedank haar en twijfel even of ik het nu over onze kleedkamer moet gaan hebben. Ik wil de magie van dit moment en van haar beleving echter niet verbreken, dus houd wijselijk (?) mijn mond. Jaimy, Arthur en Bart staan ondertussen driftig handtekeningen uit te delen en wij krijgen demo-cd�tjes van allerlei Mexicaanse �indie-indiaantjes� in handen gedrukt.
Mist in Mexico
Vrijdag 21 oktober
Big in Japan
Half zeven in de ochtend. Lig ik net drie uurtjes te slapen, word ik uit mijn hotelbed gebeld door Dolf Jansen van 3FM, voor een interview in zijn programma Leuk is Anders. Ik daal de trap af richting lobby waar wij zo-even hebben gespeeld. Adrenaline en zweet hebben plaatsgemaakt voor dwarrelend gruis en verstilde leegte. Op de Mexicaanse radio klinkt Alphaville�s Big In Japan op beschaafd volume. Het interview met Dolf loopt best soepel voor zo�n vroeg tijdstip, maar daarna ik niet meer in slaap komen. Leuk is anders, maar het raderwerk van de bioklok in mijn lijf is gewoon volledig in de war. Drie uur en een papaya-ontbijtje met slappe caf� americano verder worden wij opgemaakt voor een foto-sessie in het nog steeds stof doen opwaaiende hotel. Onze benjamin Arthur poseert charmant bij de liftschacht en ik moet dromerig uit het raam kijken in de richting van het voorbijrazende verkeer. Onze adonis Jaimy neemt de modelhouding aan en doet het verbluffend overtuigend. Misschien worden wij ooit nog eens een boyband. Alles lijkt hier mogelijk.
Onze Mexicaanse sterrenstatus neemt in elk geval met de dag duidelijkere vormen aan. Als wij �s avonds in Centro Cultural Roots arriveren staat er ene Luis op ons te wachten. Hij is fan, maar wat hij nu echt van ons wil blijft vooralsnog onduidelijk. Luis wil er gewoon bij horen. Op ons komt hij over als een nette, maar wat plakkerige Mexicaanse vlieg. Ik grap dat hij misschien wel een handtekening op zijn geslachtsdeel wil. Prompt komt Luis naar mij toe. Hij wijst op zijn olijfgroene overhemd. Of wij onze handtekeningen op zijn rug willen schrijven. Oei!
Hij bukt onderdanig als wij met onze merkstift zijn rug bekladderen. Wij houden het netjes. Deze Mexicaan is duidelijk van de gedienstige soort.
Roots is een gigantische zaal met een capaciteit van 1500 mensen. De akoestiek is metalig en diffuus en in de minuscule kleedkamer hangen alle elektriciteitskabels open en bloot in de lucht te bungelen. De inspectiedienst is hier kennelijk nog niet langs geweest.
Op het VIP-balkon ontmoet ik een groepje Mist-fans uit de stad Pachuco. E�n van hen heeft We Should Have Been Stars illegaal op straat gekocht! Ol�. Ik voel mij nu op �en lijn staan met Ti�sto en de Earring. Ha! Trots toont hij mij ook het echte exemplaar dat hij zojuist heeft aangeschaft. Zijn vriendinnetje wil door mij met pen beschreven worden. Ik schrijf een tekstje van haar tere polsen tot haar aan geschoren oksels en haar vriend zegt dat zij niet exclusief van hem is. Het moet niet gekker worden. De 400 bezoekers achter de dranghekken zien een redelijk degelijk Mist-concert dat vanwege de moeilijke akoestiek voor onszelf niet helemaal uit de verf komt. Door al het gepraat met fans en het slaaptekort, begint mijn zangstem bovendien zwakke plekken te vertonen. De vandaag aangeschafte Epiphone-gitaar is gelukkig wel een aanwinst. Na het optreden zijn er kleine Mexicaanse meisjes in diep uitgesneden singletjes die ons aanklampen. Het is echter al 4 uur in de ochtend, en om 7 uur moeten wij al weer uit de veren om een vliegtuigje te pakken naar de staat , waar ons belangrijkste optreden van de tour zal plaatsvinden op het CEIBA-festival. Mist is wel rock�n�roll, maar voor seks en drugs heeft Mist in geen f***ing tijd.
Mist in Mexico
Zaterdag 22 oktober
Doorstart in Tabasco
Behalve een telefoontje van Dolf Jansen hebben wij ook ongeruste sms-jes van familieleden en vrienden ontvangen. Of alles wel goed was met Wilma. De verwoestende orkaan hield zich immers al dagen op voor kust van . Afgaande op computervoorspellingen zou redelijk gespaard blijven. Als wij vanuit het vliegtuigraampje de eerste wolkjes ontwaren, lijkt er dan ook niets aan de hand. Als de landing nadert begint de kist van de luchtvaartmaatschappij Mexicana echter hevig te schudden. Noodweer. Regen daalt met bakken neer. Het vliegtuig daalt wat weifelend. Geschud. De motoren morren. Plotseling gaat het toestel met een ruk weer richting hemel. Wij verstrakken. Dus dit is wat men een �doorstart� noemt? De piloot deelt via de intercom mee dat het zicht op de landingsbaan niet voldoende is om een veilige landing te maken, maar dat er nog genoeg brandstof aan boord is om het nog een keer te proberen. Dat klinkt bemoedigend. Zou Wilma toch van koers veranderd zijn? En zijn er ook luchthavens in de omtrek waar het beter weer is?
Als wij na twintig minuten zwaar weer-stress dan toch de vaste grond van het vliegveld in onder de voeten krijgen, barst er een daverend applaus los. Dit keer staat de piloot even in de schijnwerpers. Wij gunnen het hem van harte.
Een klein half uur later zijn wij onze turbulente tocht alweer vergeten. Het is 35 graden in en de vochtigheidsgraad is hoog. Arthur en Bart worden meteen aangevallen door een kordon muggen. In de aankomsthal wordt onze weg versperd door een groep verslaggevers en fotografen van de regionale krant, radio en tv. Dat is ons op Schiphol nog nooit overkomen. Alsof ik een olympische medaille heb gewonnen, krijg ik meerdere microfoons voor mijn snufferd en word ik gevraagd wat onze verwachtingen zijn van ons optreden op het CEIBA-festival. Ook moeten wij op de foto. Morgen staan wij met onze tronies in de grootste krant hier, de Tabasco Hoy.
Er schijnen hier krokodillen te leven. Als wij langs het moerassige landschap rijden, krijgen wij te horen dat het open lucht-optreden van vanavond misschien afgelast zal worden in verband met het slechte weer. Aangekomen bij de locatie - een groot amfitheater met een capaciteit van 3500 mensen - , zien wij de backline van ons hoofdprogramma Jaguares onder druppelend zeil staan. Plassen water gutsen op het podium en hier en daar liggen er wat elektriciteitsdraden los. Een groepje Jaguares-fans snelt toe. Wij zetten weer handtekeningen op shirts, flyers en stickers. In de stromende regen. Als wij vernemen dat de bandleden van Jaguares vastzitten op het vliegveld van M�rida, dat nog dichter bij het door Wilma geteisterde Canc�n ligt dan Villahermosa, zien wij ons langverwachte optreden met Jaguares voorgoed in het water vallen. In het productiekantoor van het festival overleggen wij vervolgens wat de alternatieven zijn.
De vrouw die de productie co�rdineert is een Mexicaanse replica van Erica Terpstra. Zij kent het klappen van de zweep. Wij geven haar een zoen op de wang en het ijs is gebroken. Doeltreffend overleg leidt tot de conclusie dat de �knappe jongens van Mist uit Nederland� de volgende dag in het overdekte theater Esperanza Iris zullen optreden, een grote moderne zaal. De regionale pers wordt meteen ingeschakeld en een paar uur later zitten wij met zijn vieren op een bankje bij een televisie-show die live wordt uitgezonden. De presentator heeft een prachtige snor. Deze mensen van het CEIBA-festival laten er geen gras over groeien.
Terug in ons vijf sterren-hotel nuttigen wij nog een heerlijk maal. Een paar tequilaatjes in de hotelbar en hoppakee, onze eerste nacht met tenminste zes uur nachtrust.
Mist in Mexico
Zondag 23 oktober
Lindo
9 uur �s ochtends rijdt onze priv�-taxi alweer voor. De straten zijn nog nat, maar de zon breekt gelukkig al door. Wij gaan eens goed de tijd nemen voor een uitgebreide soundcheck. Het theater 1350 mensen en is een soort modern Carr�. Geluidsman Joachim is blij eindelijk eens met degelijke Mexicaanse spullen en technici te kunnen werken. Alles is hier picobello geregeld. Onze show begint om 13.00 uur en is in muzikaal opzicht het hoogtepunt van de tour. Mist voelt zich thuis op de theaterb�hne en de sound is vet. In Weightless komt de Frank Sinatra in mij naar boven en haal ik de draadloze microfoon van de standaard. Ik zing de 450 toeschouwers die op dit vroege uur op zijn komen dagen vanaf de rand van het podium toe. Camera�s flitsen onophoudelijk en bij Open Arms klapt de menigte massaal mee. Dat het publiek genoten heeft blijkt eens te meer na afloop van het optreden. Drommen fans, moeders met kinderen en zelfs de minister van Cultuur verdringen zich om een handtekening op onze nieuwe cd, die in no time uitverkocht raakt. De minister heeft zelfs drie pakjes Marlboro voor Jaimy gekocht naar aanleiding van mijn opmerking tijdens de show dat zijn sigaretten op waren. Nou ja! Op een gegeven moment staan er zoveel mensen backstage dat wij bijna verzuipen in een moeras van enthousiasme. Waar is mijn manager? Wij moeten werkelijk met iedereen op de foto, signeren ons een lamme hand en daar zijn ze weer: het trosje microfoons van de regionale pers voor de ingang van mijn open, haast sprakeloze mond. Gelukkig spreek ik een aardig woordje Mexicaans om de vriendelijke persmuskieten te vertellen dat wij volgend jaar graag terug komen op dit prachtige festival.
Nog volledig in een overwinningsroes worden wij daarna meegenomen naar restaurant Los Tulipanes (de tulpen), waar regionale gerechten uit op het menu staan. Wij gaan zitten op een terras aan de rivier. Het is tropisch heet. Een kokosnoot ploft neer op het nog natte gras. Zie ik daar een krokodil langs drijven? E�n van de gerechten is in ieder geval een mini-krokodil (lagarto) die met opengesperde bek op tafel wordt gezet. Wij flippen, maar tegelijkertijd vinden wij alles nu normaal. Wij klinken met Bohemia-bier en ook de horchata (met rum) glijdt onze kelen binnen als ware het een prooi van een dorstig reptiel. Een verwilderde glimlach staat op onze gezichten.
Die lach is er �s avonds in Mexico-Stad nog steeds, als wij met Paco in een traditioneel etablissement aan de Plaza Garibaldi zitten. Het is hem niet meer gelukt om ons uit te betalen, maar Paco belooft ons het geld zo spoedig mogelijk over te maken. Wij geven hem het vertrouwen en besluiten onze klachten achterwege te laten en de zaken volgende keer beter, en langer van tevoren, op papier te zetten. Ter compensatie laat Paco een achtledig mariachi-orkestje traditionals als El Rey en Mexico Lindo voor ons spelen. Wij willen niet naar huis. Wij willen geen Amerikaans douanepersoneel. Wij willen Mexico.
Rick Treffers
|